-
1 ahuri
ahuri [aa.uurie]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 verbouwereerd ⇒ verbijsterd, onthutst♦voorbeelden:être ahuri • paf staan, de kluts kwijt zijn -
2 une espèce d'ahuri
une espèce d'ahuri -
3 bovine
adj. dom, sloom; als een koe of rund--------n. runderachtig[ boovajn]♦voorbeelden: -
4 jerky
adj. schokkerig, spastisch; als een rund, stom (slang)--------n. hortend, krampachtig1 schokkerig ⇒ spastisch, hortend♦voorbeelden: -
5 jerkily
adv. schokkerig, spastisch; als een rund, stom (slang)
См. также в других словарях:
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon